bezetting

Bezettingsdichtheid kan niet los worden gezien van andere risicofactoren in deze situatie. (o.a. ventilatie, temperatuur, eet- en drinkruimte). Indien deze niet zijn afgesteld op de hoge bezettingsdichtheid dan verslechtert de strooiselkwaliteit naarmate de bezettingdichtheid hoger is. Vaak verbetert de strooiselkwaliteit na het uitladen.

Zorg ook voor een goede verdeling van de kuikens in de stal:

  1. de kuikens kunnen met hun eigen lichaamswarmte het strooisel droger maken. Vooral tussen de voer- en drinklijnen kan dit voor problemen zorgen indien deze lijnen te dicht bij elkaar hangen.
  2. ook natte plekken onder lampen kunnen zo ontstaan, kuikens mijden te hoge lichtintensiteit: zorg voor meer diffuus licht in de stal door bijvoorbeeld een strip van 3 cm in de lamp leggen

Bezettingsproef: resultaten

(proef uitgevoerd op en door het Proefbedrijf  Pluimveehouderij- prov. Antwerpen)
 

 Bezetting: 13 t.o.v. 20 kuikens/m²

lagere bezetting:

  • minder voetzoolaantasting, minder hakiritatie, minder bevuiling;
  • betere strooiselkwaliteit, hoger drogestofgehalte strooisel ;
  • beter technisch resultaat: kuikengewicht, voerconversie, voerwinst en productiegetal
  • hoger slachtrendement, hoger filet%, lager aandeel poten
  • maar voerwinst/m² en saldo/stal veel lager.

=> optimaliseren van het bedrijfsmanagement zodat je 42 kg / m² kan aanhouden .

=> effect op rendabiliteit van de vleeskuikenhouderij !

Lees meer over de Europese richtlijn rond het welzijn van vleeskuikens met de extra bezettingsvoorwaarden.